Stichting Geschiedenis van de Overheidsfinanciën


2022-04

Overheidsfinanciën in Nederlands-Indië

Voorjaar 2022

19 april 2022: Overheidsfinanciën in Nederlands-Indië



Nederlands-Indië in de staatsfinanciën onder Willem I

Pierre Eijgelshoven

 

Overzicht onderwerpen.

In de staatsfinanciën onder Willem I staat Nederlands-Indië in het teken van twee oorlogen: Java-oorlog (1825-1830) en oorlog met België (1830-1839).

In de lezing van 19 april 2022 werk ik dit uit aan de hand van: 

 

I. Kapitalen en renten ten laste van Nederlands-Indië

Inzake ‘oude opofferingen’ van Nederland (o.a. overneming schuld VOC).

Inzake voorziening in het Belgische aandeel in de rentebetaling op de oude (2½%) staatsschuld ten tijde van de staat van oorlog met België. 

Inzake Java-oorlog.

 

II. Staatsbegroting

Inzake buitengewone militaire uitgaven van de oorlog met België.

Inzake bijdragen in de algemene middelen.

 

III. Overmaking uit Nederlands-Indië

Dekking van de onder I en II vallende lasten verloopt via overmaking (remise) uit Nederlands-Indië, neergelegd in de remisecontracten van het Departement van Koloniën met de Nederlandsche Handel-Maatschappij. Als voorbeeld neem ik 1839. 

Overschot (excedent) op totale begroting Nederlands-Indië.

Tekort in Nederlands-Indië inzake verzending van cultuurprodukten naar Nederland.

Remise.

Van remise tot batig slot.

 

IV. ‘What’s in a name?’ Batig slot 1833-1840

Batig slot in de staatsrekeningen 1833-1840.

Batig slot bij Van Zanden en van Riel.

 

V. Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM)

Inzake ontwikkeling van de schuld van Departement van Koloniën aan NHM 1833-1839

Inzake verwerping van wetsontwerp tot aangaan van schuld van ƭ 56 miljoen ten laste van Nederlands-Indië. 

Inzake wet van 10 juni 1842 (Stb. 22). Schuld van ƭ 39 miljoen van Gouvernement van Nederlands-Indië aan NHM.

Inzake conversiewet van Floris van Hall van 6 maart 1844 (Stb. 14): gedeeltelijke aflossing ad ƭ 22 miljoen op de schuld van ƭ 39 miljoen. 

 

 

Koloniale ongelijkheid: belastingheffing en dwangarbeid in Nederlands-Indië

Maarten Manse

 

Nederlands kolonialisme in Nederlands-Indië was verre van eenvormig, en werd op verschillende plekken door verschillende mensen op verschillende manieren ervaren. Echter, als één belangrijk verenigend aspect moet worden aangewezen, dan is het wel ongelijkheid. In deze lezing kijken we naar hoe ongelijkheid zich manifesteerde in en door de verschillende stelsels van belastingheffing en gedwongen arbeid.

Niet alleen de belastingdruk, maar ook de manier waarop belastingen en arbeidsdiensten gevorderd en geadministreerd werden, de inspraak die men daarin had of de mate waarin men in beroep kon gaan waren onderhevig aan ongelijke verdeling, die vaak wortelde in allerhande bestuurlijke problemen van lokale aard.

Diverse politieke, economische en culturele omstandigheden en verschillende, vaak wisselende beleidsstrategieën schiep een onevenwichtige belastingpolitiek. In de Molukken, op Java en op West Sumatra werden bijvoorbeeld lokale, relatief vrije en dynamische samenlevingen door de Nederlandse specerijen-, koffie- en andere cultuurstelsels ontwricht. Elders in de archipel bleef de lokale bevolking lange tijd buiten schot. Hoewel de Nederlanders met de invoering van geldelijke belastingen vanaf de late 1negentiende eeuw probeerden de ontstane ongelijkheid te herstellen en de kolonie fiscaal te uniformeren, bleek dit tot aan de ondergang van het koloniale rijk niet te lukken. De lezing gaat in op de verschillende oorzaken hiervan, en laat zien hoe koloniaal fiscaal en financieel beleid de complexe bestuurlijke werkelijkheid in de verschillende delen van de archipel nauwelijks tot niet kon bijbenen, met grote politieke en economische ongelijkheid tot gevolg.


Share by: